Kies een paar kleuren verf uit die je mooi vindt.
Als de de bubbelplastic hebt geverfd dat je heel voorzichtig het papiertje erop en druk het zachtjes aan.
Dan trek je het papiertje er weer af.
Doe dit zoals het lijkt alsof je een stickervel losmaakt.
Laat het goed drogen en klaar is je kunstwerk.
Kies vier paar kleuren verf uit die je mooi vindt.
Doe ze bij elkaar op het bordje. Blaas een waterballon op.
Als je die niet hebt kan je het ook met een andere ballon doen.
Blaas het dan niet zo groot op.
De ballon moet in je hand passen om te kunnen stempelen.
Druk de ballon in de verf en ga dan stempelen op het papier.
Herhaal de verf als de afdruk minder gaat worden.
Laat het goed drogen en klaar is je kunstwerk.
Doe een klein beetje verf in een bakje of bekertje en doe er een beetje water bij.
Haal met de lepel wat van het verfmengsel eruit en leg dat op het papiertje.
Ga nu de verf wegblazen met het rietje.
Zo krijg je hele leuke figuurtjes.
Als je meerdere kleuren doet heb je ook meer bakjes nodig of je laat het steeds goed drogen voordat je een andere kleur pakt.
Laat het goed drogen en klaar is je kunstwerk.
Knip het bordje doormidden.
Bewaar dat stukje wel, want er staan op de site meerdere knutsels met papieren bordjes.
Verf de rand groen. Laat goed drogen.
Verf dan het midden rood. Laat dit ook weer goed drogen.
Met de zwarte stift kan je de pitjes tekenen.
Knip uit het papier of karton een vorm van een ijsje wat je leuk vindt.
Je kan één kleur gebruiken, maar je kan ook de onderste rand een andere kleur geven.
Gebruik een ijsstokje om het ijsje af te maken.
Je kan ook van meerdere ijsstokjes een ijsje maken. Plak er dan 5 tegen elkaar en 1 als vasthoud-stokje.
Verf ze daarna in een kleurtje en laat goed drogen.
Plak er 2 wiebeloogjes op en maak het af met een strik of iets anders wat je leuk vindt.
Vouw een vouwblaadje dubbel van links naar rechts en weer terug.
Vouw de linker en rechter helft naar het midden. Vouw het vouwblaadje dubbel naar achteren.
Vouw dan de punten linksboven en rechtsboven naar het midden en daarna weer terug.
Vouw de punten links- en rechtsonder van alleen de voorste laag naar het midden en daarna weer terug.
Pak van alleen de voorste laag de linker helft in het midden vast.
Vouw het vouwblaadje dubbel naar linksboven langs de vouwlijn die je eerder hebt gemaakt en duw het papier plat.
Doe daarna hetzelfde met de rechter helft.
Keer het papier om van links naar rechts. Herhaal wat je net hebt gedaan.
Vouw de punten van links- en rechtsboven van de voorste laag naar het midden en daarna weer terug. Daarna doe je hetzelfde onder.
Pak dan van alleen de voorste laag de linkerhelft in het midden vast.
Vouw het vouwblaadje dubbel naar linksboven langs de vouwlijn die je eerder hebt gemaakt en duw het papier plat.
Doe hetzelfde met de rechterhelft.
Pak alleen de voorste laag in het midden vast.
Vouw het vouwblaadje dubbel naar rechtsboven langs de vouwlijn die je eerder hebt gemaakt en duw het papier plat.
Pak de twee losse punten midden bovenaan en vouw deze tegelijk helemaal naar buiten.
Duw het papier weer plat. Het lijkt nu op een bootje.
Vouw de achterste helft van het papier omhoog.
Vouw de rechter punt van de bovenste helft omhoog en de linkerpunt van de onderste helft omlaag.
Het is lastig uitleggen op papier. Nu een simpelere versie maar dan zonder te vouwen.
Neem een vouwblaadje en vouw dat dubbel. Vouw het nog een keer dubbel zodat er een kleiner vierkant ontstaat.
Knip nu in de hoek waar de vier eerste hoekpunten zitten, schuin (diagonaal) ongeveer 3/4 door alle blaadjes.
Alleen in het midden blijft dus nog een stuk over.
Vouw het papier weer open en breng alle vier de hoekpunten één voor één naar het midden.
Bevestig dan een splitpen door het middel en je molentje kan draaien.
Knip de beide bodems uit de bordjes.
Verf de beide onderkanten in een kleur die je mooi vindt. Laat dit goed drogen.
Vraag even of je een paar kleine bloemetjes mag plukken uit de tuin.
Knip twee stukjes folie en plak dit vast aan de binnenkant van de bordjes.
Plak op 1 van de folie de steeltjes van de bloemetjes vast met plakband.
Plak nu het stukje visdraad vast op 1 bordje.
Maar er een lus in zodat je het straks mooi kunt ophangen.
Plak de borden op elkaar en geniet van je kunstwerkje!
Knip uit foam of uit karton een vorm van een ijsje.
Plak dit op papier of karton.
Plak de wiebeloogjes op de vorm van het ijsje.
Daarna kan je een ijsstokje erop plakken.
Als je een stokje nodig hebt kan je ook eerst lekker een waterijsje eten.
Misschien ligt het in de vriezer?
Verf het bord geel en laat het goed drogen.
Maak 9 gele driehoeken om de stralen van te maken.
Plak deze een beetje over elkaar heen zodat het mooie stralen worden.
Maak van foam een zonnebril en een mond en plak deze op het bord.
Weet je zelf nog zomerknutsels die er echt bij moeten? Mail ons en we zetten ook je naam erbij (als je dat wilt natuurlijk...)
Maak een gaatje in de stengel van
een madeliefje. (Dit kan je bijvoorbeeld met je nagels doen)
Steek daar de stengel van een ander
madeliefje door.
Ga zo door tot je er genoeg hebt
voor een kransje.
Foto komt eraan!
Maak een vlecht van lange grasstengels
Vorm van de vlecht een krans door
de uiteinden met een grasstengel of touwtje vast te binden.
Steek er allerlei bloemen in.
Maak van lange grasstengels een popje.
Het afbinden doe je met een dunne grasstengel.
Foto komt eraan!
Neem een vierkant velletje dun karton
van ca. 10 cm. Maak diagonale vouwen. Knip die vouwen tot halverwege het
middelpunt in.
Vouw de punten in een richting naar
het midden. Zet het molentje met een spijker aan een stokje vast,
doe wel een kraal tussen het molentje
en het stokje.
Neem en koker van hard plastic (bijvoorbeeld een stuk van een fles).
Doe de koker in een stevig zakje van doorzichtig plastic, dat je net onder de bovenrand vastzet met een elastiek.
Onder water gaat het plastic een beetje bol staan, net als een vergrootglas.
Beplak een doosje met schelpen.
Laat je vader of moeder van de latten
ongeveer 80 cm lange stukken zagen. Verf deze groen.
Voor een zonnebloem trek je (twee
keer) een schoteltje over op grijs vouwkarton en knip beide uit. Besmeer
er een met lijm en leg daar de zonnepitten op. Laat goed drogen.!
Knip uit geel vouwkarton een heleboel
bloemblaadjes.
Plak de bloemblaadjes rondom op
de tweede cirkel van grijs vouwkarton.
Lijm nu de steel (het groene latje)
aan de bloem en daar weer bovenop de schijf met zonnepitten. Doe dat wel
voorzichtig, want bij het aandrukken moeten er niet teveel zonnepitten
loslaten. Knip tenslotte uit het groene vouwkarton nog bladeren voor aan
de steel van je zonnebloem. Lijm de bladeren aan de steel.
Deze zonnebloemen zijn een geweldige
blikvanger. Je kunt ze in vazen of bloempotten zetten, op het balkon, op
het terras of in de kamer.
Een zonnewijzer maken lijkt misschien
ingewikkeld, maar dat is het beslist niet. Je moet wel een plek zoeken
waar de zon de hele dag schijnt. Een plaatsje op het strand is ideaal,
maar ook een wei is geschikt.
Pak de stok en steek hem zo in de
grond, dat hij stevig staat. Is de ondergrond te hard, dan zet je hem vast
in het gaatje van een ongekeerde bloempot.
Op verschillende tijdstippen kijk
je waar de schaduw van de stok valt. Na enige tijd stel je vast, dat die
schaduw zich verplaatst. Hoe komt dat?
Dan markeer je de plaatsen waar
de schaduw valt als het 2, 3, 4, 5, 6, … uur is. Zo mogelijk schrijf je
de uren er ook bij. De volgende dag kun je dan op je zonnewijzer aflezen
hoe laat het is.
Dit kunstwerk wordt geblazen in plaats
van geschilderd! Het kan even duren voor je door hebt hoe hard je precies
moet blazen om een mooi resultaat te krijgen.
Maar als je even goed geoefend hebt,
maak je de prachtigste tekeningen.
Meng de verf met een klein beetje
water. Druppel dan de verf op het papier en blaas haar direct door middel
van een rietje uit elkaar.
Je krijgt pas een goed resultaat
als je weet hoe je het rietje moet houden en hoe hard je moet blazen. Als
je het rietje rechtop houd en er dan hard door blaast, dan krijg je bloemen
met heel veel 'blaadjes'. Als je met het papier draait terwijl je blaast,
dan krijg je stervormige bloemen. Kleine streepjes kun je tot lange grashalmen
blazen, die recht naast elkaar staan of warrig door elkaar heen lopen en
van een toevallige vlek maar je heel makkelijk een bonte kever.
Maak een mooie tekening of het papier (of briefkaart) en stuur deze naar een vriendje of vriendinnetje. Of naar je opa of oma!
Je kunt op allerlei de kaart versieren, stempelen, verven, plakken…
Steek de trechters in de uiteinden van de tuinslang. Klaar!
En nu maar kletsen!
Laat je vader of moeder (of iemand anders natuurlijk) met een spijker
voorzichtig een gaatje in de bodem van de blikken prikken. Steek hier het
touw doorheen en maak aan de binnenkant van de blikken een stevige knoop
aan de uiteinden van het touw. Zo kan het touw niet weer door het gaatje
terug.
Zoek nu iemand waarmee je wilt telefoneren. pak ieder een blik en zorg
dat het touw strak gespannen staat. Zo kan je met elkaar praten via de
blikken! Veel plezier!
Knip de toiletrol doormidden en plak hem met sterke lijm op het luciferdoosje.
Dit is de lens. Beplak het luciferdoosje rondom met stukjes gescheurde
aluminiumfolie als versiering.
Plak een ringetje papier als kijkgaatje en een dop als drukknop op de doos.
Bevestig een touwtje aan de zijkanten van het fototoestel zodat je het om je nek kan hangen.
Knip uit een tijdschrift plaatjes die als foto kunnen dienen en stop deze in het luciferdoosje.
Als je klaar bent met foto's nemen haal je eigengemaakte foto's eruit en laat je ze aan iedereen zien!
Zorg voor een dubbele eierdoos die nog aan elkaar zit. Verf de doos
in meerdere kleuren. Als de verf droog is kan je met pijpenrager aan beide
helften een handvat maken. Steek de pijpenrager door de doos en plak hem
aan de binnenkant vast met schildersplakband. Maak een kofferlabel van
papier en zet hier bijvoorbeeld je naam op.
Bron: Handenarbeid met peuters deel 2
Uitgeverij: Cantecleer (zie voor meer informatie of meer boekentips
het knutselboekenoverzicht)
terug naar Pinkelotje |