Print de mal uit en trek de onderdelen over op gewenste kleur papier of karton. Knip het daarna uit.
Versier de fles hoe je wil met bijvoorbeeld een mooi etiket op de hals van de fles.
Plak de glazen tegen elkaar, zo lijkt het net alsof je 'proost'.
De kruk plak je iets boven de fles zodat het lijkt alsof de kurk eraf ploft.
Als je daartussen de glitterstrookjes plakt lijkt het net echt.
Beplak een lege wc-rol met een papiertje eat je leuk vindt. Je kan ook een wit stukje versieren of tekenen met iets leuks.
Plak dit op de wc-rol en laat dit even drogen. Als dit droog is plak je de wc-rol schuin op bijvoorbeeld een zwarte papiertje.
Maak van een strookje het lontje van de vuurpijl en plak dit aan de binnenkantvan de wc-rol.
Als je de vuurpijl op een zwart papiertje.plakt komen de kleuren heel mooi uit.
Plak nu allerlei stukjes gekleurde stroken rondom de vuurpijl alsof dat al vuurwerk is wat afgestoken is.
Knip uit het zwarte papier allerlei vormen van huizen of een kerk en plak deze onderaan het papiertje.
Maak van geel papier de verlichting van de gebouwen en plak dit op de huizen en de kerk.
Van strookjes papier kan je het vuurwerk maken.
Je kan met een schaar krullen of het strookje strak oprollen en dan loslaten.
Plak dit boven de gebouwen.
Laat alles goed drogen.
Knip uit de restjes papier allerlei rondjes, groot en klein.
Als je een klein rondje aan de achterkant in het midden tekent kan je tot daar inknippen.
Lijm alleen op dit getekende rondje en plak dat op het zwarte papier.
Als alles goed droog is kan je de ingeknipte delen een beetje omhoog vouwen.
Doe van verschillende kleuren verf die je goed bij elkaar vindt passen op een schoteltje.
Stempel met bijvoorbeeld je wijsvinger in de verf en op het papier.
Als je dit een beetje uit elkaar doet kan je heel veel kleuren bij elkaar stempelen.
Zo maak je het hele vel zwart papier vol.
Trek je hand over op jouw huidskleur of wat je mooi vindt en plak de hand op.
Let op dat je de vingers niet vastplakt.
Maak van het zwarte papier het sterretje en verf de bovenkant een beetje geel.
Laat het goed drogen voordat je het sterretje in het handje plakt.
Kijk maar goed naar het voorbeeld, dan lukt het vast wel.
Maak met lijm een vorm zoals een ster eruit ziet.
In het midden doe je wat extra lijm en doe dan de glitters erop.
Verdeel de glitters goed door het papier heen en weer te bewegen en zorg ervoor dat de niet geplakte glitters weer terug gaan in het potje.
Je gaat eerst het papier helrmaal vol maken met allerlei kleuren Wasco.
Hoe meer kleuren je gebruikt hoe mooier je tekening gaat worden.
Daarna verf je er met zwarte verf overheen en dit laat je goed drogen.
Als het goed gedroogd is kan je met bijvoorbeeld een pen vuurwerk maken door te te tekenen (krassen).
Knip de wc-rollletjes tot ongeveer de helft in.
Maak dunne strookjes van ongeveer 1 cm breed.
Druk de strookjes een beetje in.
Maak nu de schoteltjes met verf klaar.
In het voorbeeld zijn er 3 verschillende kleuren gebuikt, dus dan heb je 3 schoteltjes nodig.
Zorg ervoor dat het schoteltje bedekt is met de verf.
Druk de strookjes van de wc-rol nu in de verf en stempel dit op het papiertje.
Herhaal dit met een andere kleur en daarna nog eens.
Als je steeds met een andere kleur een nieuwe maakt wordt het vuurwerk nog mooier.
Laat het goed drogen.
Het mooiste kan je dit op een zwart papier maken.
In het voorbeeld zijn er 2 knopen gebruikt omdat dat vol genoeg is voor op een a4-tje.
Heb je een groter vel papier dan kan je ook meer knopen gebruiken.
Plak de knoop op en dan plaats je vanuit die knoop met lijm stipjes zoals je het vuurwerk wil laten 'knallen'.
Laat het goed drogen en klaar is je vuurwerk.
Het mooiste kan je dit op een zwart papier maken.
Beplak de wc-rollletjes hoe je wilt.
In het voorbeeld is er foam en gekleurd papier gebruikt.
Maak van een cirkel het hoedje voor op de vuurpijl.
Als je een kleine beker omtrekt, uitknipt en dan tot de helft inknipt kan je een hoedje maken.
Plak het hoedje op de vuurpijl.
Je kan ook sliertjes maken in plaats van een hoedje.
Dan gebruik je ook stukjes pijpenragers.
Deze plak je allemaal aan de bovenkant van de wc-rol.
Als het klaar is plak de het houten stokje eraan.
Leg allerlei kleuren verf (kleine beetjes) op een schoteltje en rol daar de wattenstaafjes door.
Alleen de stukjes watten gebruiken.
Laat het goed drogen en dan kan je wattenstaafjes door midden knippen.
Maak nu van de knipte staafjes een cirkel en herhaal dit. Klaar is je vuurwerk.
Het mooiste kan je dit op een zwart papier maken.
Beplak de wc-rollletjes zoals je wilt.
In het voorbeeld is er foam en gekleurd papier gebruikt.
Aan de bovenste rand kan je strookjes gekleurd papier plakken.
Gekleurde pijpenragers kan natuurlijk ook.
Verf de rol (naar eigen idee) en strooi er direct glitter op.
Kies een leuke kleur papier uit en knip daar een rondje uit van 6 cm doorsnee.
Knip het rondje tot in het midden in en plak de twee delen over elkaar zodat er een hoedje ontstaat.
Plak met schildersplakband de plantenstok in de toiletrol vast.
Het hoedje als een dakje op de rol plakken.
Voor de variatie kan je de rol ook inpakken met cadeaupapier of doorzichtig folie.
Of met kleine gescheurde stukjes aluminiumfolie.
In plaats van een dakje kan je de rol ook afwerken met aluminiumfolie.
Benodigdheden:
Wel eventueel de krenten en of rozijnen en dep ze droog.
Doe de mix in een beslagkom.
Voeg het water toe. Roer het geheel met en pollepel of een mixer met deeghaken tot een glad beslag.
Roer de krenten en of rozijnen door het beslag.
Laat het beslag in de kom, afgedekt met plastic, rijzen bij kamertemperatuur.
Roer het beslag tijdens het rijzen en bakken niet meer door.
Laat in een diepe pan olie heet worden, totdat er iets damp afkomt (circa 190 ºC).
Vorm met twee lepels of een oliebollentang/ijslepels bolletjes beslag.
Laat de bolletjes in de hete olie glijden en dompel ze even onder.
Bak de oliebollen in 3-4 minuten rondom goudbruin.
Neem de oliebollen met een schuimspaan uit de olie.
Laat ze op een vergiet of keukepapier uitlekken.
Serveer de oliebollen met poedersuiker.
Benodigdheden:
Schil de appels, verwijder het klokhuis en snijd de appels in dikke plakken.
Bestrooi de appels met suiker en kaneel.
Doe de mix in een belagkom. Voeg de melk toe.
Roer het geheel met een garde of mixer
tot een glad beslag (let op: het beslag niet laten rijzen).
Haal de appelschijven door het beslag en bak ze in de hete olie aan beide zijden bruin.
Benodigdheden:
Rasp de oude kaas en snijd de paprika en ananas in kleine stukjes. Meng dit, naar smaak met het kerriepoederen zout.
Doe de mix in een beslagkom. Voeg het water toe. Roer het geheel met en pollepel of een mixer met deeghaken tot een glad beslag.
Roer de hartige vulling door het beslag.
Laat het beslag in de kom, afgedekt met plastic, rijzen bij kamertemperatuur.
Roer het beslag tijdens het rijzen en bakken niet meer door.
Laat in een diepe pan olie heet worden, totdat er iets damp afkomt (circa 190 ºC).
Vorm met twee lepels of een oliebollentang/ijslepels bolletjes beslag.
Laat de bolletjes in de hete olie glijden en dompel ze even onder.
Bak de oliebollen in 3-4 minuten rondom goudbruin.
Neem de oliebollen met een schuimspaan uit de olie.
Laat ze op een vergiet of keukepapier uitlekken.
Benodigdheden:
Smelt de boter. Doe de mix in een beslagkom.
Voeg het water en de gesmolten boter toe.
Roer het geheel met een garde of mixer tot een gald beslag.
Laat het beslag in de kom, afgedekt metplastic, circa 45 minuten rijzen bij kamertemperatuur.
Vet het wafelijzer in (dit hoeft alleen bij het bakken van de eerste wafel) en laat het ijzer goed warm worden.
Schep het beslag in het wafelijzer.
Bak de wafels in circa 4 minuten gaar en goudbruin.
Serveer de wafels warm met eventueel wat boter en poedersuiker.
Oud & Nieuw verhalen uit:
Eind van 't jaar
Het is zo druk op straat! O, wat is het
druk op straat.
Ja, zegt moeder, nu moeten alle mensen
inkopen doen. Ze kopen suiker. En meel en bloem. En rozijnen. Voor de oliebollen,
zegt Jip. Want zondag is het oudejaar.
En dan eten wij oliebollen, zegt Jip.
En wij ook, zegt Janneke.
Kom, zegt moeder. Ik ga nog wat appeltjes
kopen. Hier, in de groentewinkel.
Ze gaan naar binnen.
En moeder koopt mooie rode appeltjes.
En Jip krijgt een snoepje. En Janneke
krijgt ook een snoepje.
Jullie snoepen veel te veel, zegt moeder.
Je hebt de hele kerstboom ook al kaal gesnoept. En overal krijg je een
snoepje. Jullie worden er nog ziek van.
Maar Jip en Janneke vinden het fijn.
En dan gaan ze naar huis.
Hier, zegt moeder. Hier heb je allebei
een schoon doekje. Nu mag je de appeltjes oppoetsen. Maak ze maar heel
mooi.
En Jip en Janneke gaan appeltjes poetsen.
Ze poetsen en ze poetsen. En de appeltjes
worden zo mooi. Aan de ene kant geel. En aan de andere kant rood. En prachtig
glimmend.
Kijk, zegt Janneke. Zo'n appel kocht Sneeuwwitje
van de boze koopvrouw. De gele kant was niet vergif. En de rode kant was
wel vergif. Ja,
zegt Jip.
En als moeder binnenkomt zegt ze: Jullie
mogen er ieder een opeten.
Jip begint te eten. Maar hij eet alleen
van de gele kant. Hij eet niet van de rode kant. Dat is vergif, zegt hij.
Malle jongen, zegt moeder. Dat was toch
aleen in het sprookje. Eet de appel maar helemaal.
Dat doet Jip.
En Janneke doet het ook.
En dan zijn er twee klokhuisjes over.
Oudejaar
Buiten is het donker. En erg koud. En het
is diep in de nacht. Jip ligt in bed. Hij slaapt.
Maar dan ineens: Boem, boem, toet, toet!
Boem! Wat is dat? Jip wordt wakker. Hij
zit rechtop in zijn bedje. En hij wordt erg bang. Want het is zo'n lawaai.
Ze schieten. En hij hoort een boot in de verte. En nog een. En hij hoort
gillen op straat. Wat is er toch? En dan opeens weet Jip het weer. Het
is oudejaar. Benenden zijn vader en moeder. En tante Truus. Die vieren
oudejaar. Hij hoort ze lachen.
Jip komt uit zijn bed. En hij gaat zachtjes
de trap af. Hij loop door de gang. En hij doet heel zacht de deur open.
De deur van de huiskamer.
Kijk, daar staat vader. En tante ook.
Ze zien Jip niet.
Jip komt naar binnen.
En dan ziet vader hem. Hij zegt: Kijk
daar nou. Wat doe jij hier, rakker?
En moeder geeft hem een kus. En ze zegt:
Gelukkig nieuwjaar, Jip.
Ik wil ook een glas met iets, zegt
Jip.
Jij krijgt een appelbol, zegt tante Truus.
Kom maar gauw op mijn schoot zitten. En je mag even luisteren naar de radio.
Jip eet zijn appelbol. Met kleine hapjes.
En hij hoort hele mooie muziek.
Nou ga ik met mijn auto spelen, zegt Jip.
Maar vader zegt: Nee Jip, nou is het genoeg
geweest. Nu breng ik je weer naar bed.
Jip slaapt direct weer in. En de volgende
morgen komt Janneke.
Gelukkig nieuwjaar, zegt ze.
Gelukkig nieuwjaar, zegt Jip. Ik ben vannacht
opgeweest.
Nietwaar, zegt Janneke.
Ja, zegt Jip. Ik mocht opblijven tot twaalf
uur.
Je jokt, zegt Janneke.
Ik jok niet, zegt Jip.
Maar moeder zegt: Jip is om zeven uur
naar bed gegaan. Gewoon. Maar hij is om twaalf uur beneden geweest. Heel
even. Hè, Jip?
Ja, zegt Jip. En ik heb een appelbol gehad.
En ik heb knallen gehoord.
En Janneke is jaloers. Want zij heeft
geslapen. De hele nacht. En ze heeft geen knal gehoord.
Ik vind het gemeen, zegt ze. Ik wil ook
knallen horen.
Maar Jips moeder zegt: Ik heb nog een
appelbol voor je bewaard, Janneke. Een wees maar niet verdrietig. Je zult
nog genoeg knallen horen in je leven.
1. Maak zelf NOOIT vuurwerk.
2. Steek alleen vuurwerk af met toestemming van je ouders of verzorgers.
3. Richt NOOIT vuurwerk op andere mensen!
4. Doe niet stoer met vuurwerk.
5. Stop geen vuurwerk in een fles.
6. Let op je kleding. Draag geen stoffen zoals nylon. Deze stoffen zijn zeer brandbaar.
7. Blijf op een veilige afstand van het vuurwerk.
8. Let op de windrichting.
9. Kapot vuurwerk NOOIT opnieuw afsteken.
10. De meeste ongelukken gebeuren op 1
januari. Laat oud vuurwerk liggen!