Tim en Pim gaan naar het Textielmuseum.

Het is zondag. Het regent al de hele dag. Bah, wat een vies weer! 'Wat zullen we gaan doen?' vraagt Mama. 'Ik weet het niet,' antwoordt Papa. 'Ik moet nog werken.'  'Zoals altijd,' zegt Mama. 'Ongezellig.' 'Als ik niet werk…,' begint Papa. 'Ja, dat weten we. Dan kunnen wij geen leuke dingen doen.' Mama is een beetje boos. 'Ik ga wel alleen met de kinderen.'

'Wat zullen we doen?' vraagt Mama aan Tim en Pim. Ze zijn een tweeling en al vijf jaar. 'De speeltuin,' zegt Pim. 'Nee, dommerd, het regent,' antwoordt Tim. Mama heeft een idee: 'We gaan naar het museum.' 'He, bah, wat saai,' zeggen ze allebei. 'Misschien vinden jullie het best leuk,' zegt Mama. 'Kun je daar ook frietjes eten?' vraagt Tim. 'Nee, maar wel iets drinken,' antwoordt Mama. 'Kom we gaan! Dag Papa, tot straks!' 'Ik wil niet in de autostoel. Ik ben geen baby,' zeurt Pim. Tim moet lachen. 'Dat moet nu eenmaal. Kom, riemen aan. Anders blijf je maar thuis.'

Mama wordt ongeduldig. 'Ik moet plassen,' roept Tim. 'Had je dat niet eerder kunnen doen? Nu, schiet op.' 'Ik moet ook,' zegt Pim. Mama zucht. Eindelijk, daar zijn Tim en Pim weer. Mama zet haar bril op. Ze rijden weg. Tim en Pim wonen in Tilburg. Daar is het museum ook.  Jammer, ze hoeven niet met de trein. Mama parkeert de auto vlakbij de ingang. Het is niet druk. Bij het uitstappen stoot Tim tegen Pim aan. Die wordt boos. Hij slaat Pim. Mama wordt ook kwaad. 'Nu, is het genoeg. Geen geruzie.' Tim en Pim zijn het alweer vergeten. Ze rennen achter elkaar aan. Mama betaalt voor het museum. Een vriendelijke meneer wijst hun de weg. 'Nergens aankomen, hoor jongens!' zegt hij. Tim en Pim schudden nee, ze zijn een beetje verlegen.

 'We gaan eerst een beetje rondkijken,' zegt Mama. 'Weten jullie wat voor een museum dit is?' vraagt ze. 'Een kledenmuseum,' denkt Tim. Want er hangen kleden aan de muur. 'Het lijkt er wel op,' zegt Mama. 'Het is het textielmuseum. Je kan zien hoe mensen vroeger stoffen maakten. De kleden aan de muur zijn stukje voor stukje aan elkaar gemaakt. Knap, hè? Ze zijn meer dan honderd jaar oud.' De jongens zijn onder de indruk. Tim steekt zijn hand uit. Hij wil aan het kleed voelen. 'Niet aankomen!' zegt de meneer van het museum. 'Dat mag niet, weet je nog wel?' Tim krijgt een kleur. 'Lopen we nu weer verder?' vraagt Pim. 

Ze gaan naar de weefgetouwen. Dat zijn grote machines. Er staan bollen met wol naast. In allerlei kleuren. Tim en Pim zien heel veel rechte draden naast elkaar. Een mevrouw van het museum vertelt. 'Vroeger deed men alles met de hand. Nu gaat de spoel vanzelf tussen de draden door. De draden beneden gaan naar boven en andersom. Dan gaat de spoel er door. Zo kun je stof weven.' Tim en Pim vinden het prachtig. Ze kijken hun ogen uit. 'Wie weet waar deze wol vandaan komt?' vraagt de mevrouw. 'Van het schaap,' roept Tim. 'Ja, goed zo! Heb je dat op school geleerd?' Tim knikt trots. 'Willen jullie een schaapje maken? Ga maar met die mevrouw mee!' Tim en Pim zijn al weg. Dat is leuk! Mama kijkt nog even rond. 

Tim en Pim krijgen een luciferdoosje. Ze knippen een hoofd van papier. En twee oortjes. Die plakken ze op het doosje. De mevrouw helpt hen mee. Aan de achterkant komt een staartje. Dat is van touw. Pim is klaar. Hij doet lijm op het doosje. Onder en boven. Hij plakt de wol om het schaap. Tim zit onder de lijm. Zijn staartje plakt aan zijn hand. Mama komt kijken. Ze helpt Tim. Het schaapje van Tim is ook klaar. 'Mijn schaap is het mooist,' zegt Pim. 'Mijn schaap is veel liever.' Dat is Tim. De mevrouw moet lachen. 'Ik vind ze allebei lief en mooi,' zegt ze. 

'Kom, we gaan naar huis. Het is al laat.' Mama pakt haar autosleutels. 'Zeggen jullie dank je wel?'  'Dank je wel,' zeggen Tim en Pim. 'Komen jullie nog eens terug?' vraagt de mevrouw. Tim knikt en Pim zwaait nog even. In de auto vallen ze bijna in slaap. Ze zijn zo moe. Opeens zegt Tim: 'Mama, we hebben niks gedronken.' 'Dat doen we thuis wel. We hadden het zo druk,' antwoordt Mama. Thuis vraagt Papa: 'Was het saai?' Tim en Pim praten door elkaar. 'Nee. Het was heel leuk. Kijk, mijn schaapje! Er was een lieve mevrouw.'  Mama geeft Papa een kus. 'De kinderen  hebben genoten. En ik ook. Jammer dat je er niet bij was.' 'Ik heb lekker gewerkt. Maar de volgende keer ga ik zeker mee. Ik wil ook wel een schaapje maken,' lacht Papa.  Jippie! Tim en Pim springen op zijn rug. Met Papa kan je fijn stoeien.


copyright: Lin de Laat

terug naar: voorlezen