Zandmannetje
De bloempjes gingen slapen,
Zij waren geurens-moe;
Zij knikten met hun kopjes
Me een wel te rusten toe.
Zacht ritselt gindsche lindeboom
En lispt als in den droom:
Goeden nacht, goeden nacht!
Mijn kindje, goeden nacht!
De vogels zongen vroolijk,
Door 't zonnetje gekust,
Nu vouwen zij hun vleugels
En vlijen zich ter rust.
Alleen het krekeltje in 't veld
Zijn zoet geheim vertelt.
Goeden nacht, goeden nacht!
Mijn kindje, goeden nacht!
De Zandman is gekomen,
Gluurt door de schemering
Of ergens soms een kindje
Nog niet ter ruste ging!
En ziet hij zulk een stouten klant,
Hij strooit in d'oogjes zand.
Goeden nacht, goeden nacht!
Mijn kindje, goeden nacht!
Ga, Zandman, uit de kamer,
Reeds slaapt mijn kleine man,
Hij sloot de held're kijkers
Zoo vast als hij maar kan,
En roept mij morgen wel te moe
Een hart'lijk welkom toe.
Goeden nacht, goeden nacht!
Mijn kindje, goeden nacht!
En een andere versie:
Zandmannetje
De bloempjes gingen slapen
In zilvren maneschijn;
Zij knikken met hun kopjes
Op 't halsje slank en fijn.
Hoe zachtkens ruist de lindeboom:
En lispelt als in droom:
Goeden nacht
Mijn kindje, slaap nu zacht.
De vogels zongen vrolijk
Tot zonlief ginds verdween;
Toen spoedden zij zich zwijgend
Naar 't nestje in 't lover heen.
Slechts 't krieksken in 't veldkruid
Sjirpt zijn avondlied:
Goeden nacht
Mijn kindje, slaap nu zacht.
Nu komt heel stil vriend Zandman
Voor 't venster blijft hij staan;
En gluurt of hier een kindje
Niet zoet naar bed wil gaan.
Want vindt hij zulk een stoute klant
Hi strooit in d'ogen zand.
Goedennacht
Mijn kindje, slaap nu zacht.
terug naar Pinkelotje |
|