De Lieverdjes
De Lievertjes, o- o- oh!
De Lievertjes die wonen, naar men zegt,
heel braafjes in een dorpje aan de Vecht.
Ze spelen enkel hele kalme spelletjes
en zijn aan rust en orde zeer gehecht.
Zo hoort bij hen nooit ruzie of gevit,
hun bloesjes blijven dagen hagelwit,
hun handen en hun knieën blijven
weken schoon;
Je snapt hoe iedereen er daarmee zit!
De Lievertjes, o- o- oh!
Refrein:
Arme, radeloze ouders, arme meesters,
arm gezag!
Altijd maar die suikerzoete Lievertjes
die altijd alleen maar doen wat mag.
Nooit eens trapt er een 'n relletje;
nee, iets leuks dat is er niet bij.
Altijd maar die suikerzoete Lievertjes,
die altijd maar lief zijn en altijd blij!
De Lievertjes, o- o- oh!
Hun moeders, ach, die komen er niet uit;
soms smeken ze: "Toe, breek nou 's een
ruit
of val 's in een sloot, of kraak een flat
ofzo."
Maar zoiets haalt bij Lievertjes niks
uit.
En ook hun arme vaders zeggen: "Oh,
waarom zijn onze kinderen toch zo,
ze zijn er zelfs niet eens lekker langharig
bij;
dat vinden ze beneden hun niveau!"
De Lievertjes, o- o - oh! BAH!
terug naar Pinkelotje |
|