Print de mal uit en knip voorzichtig de ogen uit. Maak van het gekleurde papier veren. Je kan er natuurlijk meer veren doen dan 2 zoals het voorbeeld. Versier het masker hoe je maar wilt. Je kan er hoedenelastiek achter doen of een satéprikker. Dan kan of het masker op doen of voor je gezicht houden.
Print de mal uit en trek deze over op het gekleurde papier. Knip de veren uit. Maak er zoveel als je zelf wilt. Maak de mal van goud papier en plak de veren er trapsgewijs achter.
Print de mal uit, trek het over op karton en knip de strik uit.
Beplak de strik met allerlei gekleurde pompoms.
Knip uit een stukje karton de hoed en plak deze op het papieren bordje.
Beplak de rand met pompoms. Bovenop de hoed kan je een grote pompom plakken.
Plak de wiebeloogjes op het bordje en maak van een grote rode pompom de neus van de clown.
Teken de mond en dan ben je alweer klaar.
Vouw een molentje van een vouwblaadje.
Maak van een restje papier de schoenen, de handen en het gezicht van de clown.
Als je goed naar het voorbeeld kijkt zie je waar je dit kan plakken.
Op het gezicht plak je de wiebeloogjes.
Maak een heel klein hoedje met een pompom erop.
Print de mal uit en knip alles uit.
Trek de gedeelten over op een kleur karton wat je zelf wilt.
Plak de wiebeloogjes op het gezicht en een pompom voor de neus.
Op de hoed van de clown plak je een pompom en ook op het clownspak.
Kijk nu naar het voorbeeld en dan kan je alles van de clown aan elkaar plakken.
Print de mail uit, trek deze over op karton en knip het uit.
Plak bovenop de hoed een grote pompom.
Versier de hoed zoals je zelf wilt, bijvoorbeeld met hartjes.
Je kan het natuurlijk ook gaan verven en kleuren.
Teken op de bodem van het papieren bordje in de bodem 8 gelijke taartpunten en kleur deze in.
Kerf met een schaar de punten los van elkaar.
Doe dit niet helemaal want anders gaat het kapot.
Kijk goed naar het voorbeeld.
Druk de taartpunten een beetje naar boven en plak er een pompom op.
Mieke is al heel vroeg wakker want vandaag vieren ze op school carnaval.
Ze heeft heel lang nagedacht over hoe ze verkleed zal gaan. Eerst wilde
ze als danseresje. Daarna dacht ze dat een prinsesje veel leuker zou zijn.
Maar ze gaat vandaag verkleed als zeerover.
Haar nichtje Margje heeft het bedacht.
'Dan zijn we twee zeerovers,' zei Margje. 'Dat is hartstikke spannend'.
Mamma heeft haar kleren al klaargelegd. Een zwarte broek met allemaal
gekleurde lapjes erop. Een gestreept T-shirt, een rode doek voor op haar
hoofd en een zwarte lapje om voor haar ene oog te doen.
Ze trekt gauw de spullen aan en gaat naar Wouter.
Die is al wakker en speelt met zijn lego.
'Waarom heb jij een zwart oog?' vraagt hij.
'Ik ben een zeerover,' zegt Mieke. 'Voor de carnaval op school.'
'Dat wil ik ook.'
'Jij zit nog niet in de kleutergroep,' zegt Mieke.
'Ik wil het ook.'
'Dat kan niet.'
Wouter gooit een legoblokje naar Mieke. 'Stomme zeerover!' roept hij
en hij begint te huilen.
'Huilebalk!' roept Mieke.
'Ik ben geen balk', roept Wouter. 'Ik ben een zeerover.'
Mamma komt kijken. 'Wat is hier aan de hand?'
Mieke vertelt dat Wouter boos is omdat hij niet mee mag naar school.
'Dat kan wel hoor,' zegt mamma. 'Vanmiddag mogen alle vaders en moeders
komen kijken naar het carnaval op school. En dan mag Wouter ook mee.'
'Hoi hoi hoi!' roept Wouter en hij danst door de kamer.
'Kom, zegt mamma, 'dan gaan we ontbijten.'
Mieke rent naar beneden. Ze wil heel vlug eten en dan naar school.
Naar het carnaval!.
Margje komt haar ophalen.
Als twee echte zeerovers stappen ze door de straat.
Ineens horen ze achter zich een stem. Het is Frankje die ook bij hen
in de groep zit. 'Stomme zeerovers!' roept hij boos.
Mieke en Margje kijken om en … daar staat nog een zeerover.
'Leuk,' zegt Mieke, 'nou zijn er drie zeerovers.'
'Stom,' zegt Frankje. 'Meisjes kunnen geen zeerovers zijn.'
'Wel waar,' roept Margje. 'Je hebt ook meisjeszeerovers.'
'Niet waar. Meisjes zijn slap!'
Frankje geeft Mieke een harde zet. Die valt op de grond en begint te
huilen,
Nu wordt Margje heel erg boos. Ze geeft Frankje een duw en die valt
ook op de grond.
Margje gaat meteen boven op hem zitten en roept: 'Geef je over, stomme
zeerover!'
Mieke lacht en huilt nu tegelijk. 'Dat rijmt,' zegt ze.
Margje roept nog een keer: 'Geef je over, stomme zeerover!' Ze hopst
een paar keer op en neer boven op Frankje.
'Au au!' schreeuwt hij.
'Nou?' vraagt Margje. 'Zijn we die zeerovers of niet?'
'Ja ja,' zegt Frankje, want hij vindt Margje wel een beetje zwaar worden.
Even later stormen drie zeerovers de school in. Er is geen kind te
zien maar er zijn wel een heleboel clowns, beren, boeven, danseresjes,
koks en boeren en boerinnen.
De juffies en meesters zijn ook allemaal verkleed. Juffie Marian is
ineens een oude heks. Ze heeft een puntneus en op haar hoofd draagt ze
een rode pruik en een heksenhoed.
In de groep van Mieke gaan ze toneelstukjes bedenken voor het feest
van vanmiddag. En ze leren een nieuw liedje over carnaval.
Vandaag zijn alle kinderen thuis gebleven,
Vandaag zijn wij een school vol dolle pret.
Er wordt vandaag hier ook geen les gegeven,
De hele school wordt op z'n kop gezet.
Vandaag zijn er wel tien mooie prinsessen,
Zes beren, twaalf rovers en een kok.
En kijk eens naar die lieve prinsessen
En de meester in een rare rode rok.
Vandaag gaan we keten met z'n allen,
Vandaag wordt het een heel groot beestenfeest.
We gaan vandaag lekker carnavallen
En zingen morgen: 'Het is mooi geweest.'
's Middags is het zover. De grote zaal van de school is prachtig versierd
met ballonnen en slingers.
De kinderen en de meesters en de juffen springen in het rond.
De vaders en moeders zijn nu ook verkleed op school.
De vader van Mieke heeft een gekke jas aan en een grote strik in zijn
haar. Haar moeder heeft twee konijne-oren op haar hoofd.
Wouter zit op de arm van pappa. Hij ziet eruit als een gevaarlijke
zeerover. Maar de zeerover is helemaal niet gevaarlijk. Hij kijkt een beetje
bang.
Hij ziet al die verklede kinderen en de meesters en juffen die zo raar
doen.
Dan begint zeerover Wouter ineens hard te huilen.
Hij stopt zijn hoofd onder de grond de grote strik van pappa.
Juffie Marian komt naar hem toe. 'Ben je bang, Wouter?' vraagt ze.
Wouter kijkt op en ziet het gezicht van een heks.
Nu moet hij nog veel harder huilen.
'Dat is juffie Marian,' zegt mamma.
'Ga weg, stomme heks!' roept Wouter.
Juffie Marian doet haar neus af en haalt de hoed en de pruik van haar
hoofd.
'Zie je wel,' zegt pappa.
De directeur van de school komt ook even kijken.
Hij heeft een rare jurk aan en een hoedje op.
'Dat is meester Harm,' zegt mamma lachend.
Wouter kijkt weer en meester Harm trekt een gekke bek. Nu moet Wouter
ook lachen.
Ze springen en hossen en zingen wel tien keer het carnavalslied. Zelfs
Wouter danst mee op de arm van pappa. Als ze na het feest naar huis lopen,
zingt Wouter het lied nog een keer.
'We gaan kalevallen, we gaan kalevallen.
Het is mooi geweest. Ik ben een groot beest.'
Uit:
Een aanrader! `
Klik hier voor de antwoorden (niet stiekem kijken hoor!)
Refrein
Het poesje wil als duifje
en het duifje als boerin
en die wil weer als geitje
met een sikje aan haar kin
het geitje wil als pony
en de pony wil als boer
en als ze samen dansen
gaan de voetjes van de vloer
Refrein
Het kipje wil als eendje
en het eendje wil als zwaan
de zwaan wil als een hondje
en het hondje wil als haan
en de haan wil weer als kip
en daarmee is de cirkel rond
en kunnen ze vertrekken
met een toeter aan hun mond
Refrein
Bron:
Tiedeliedie klinkt door de straten,
doedeliedoe in het café.
Ik heb mijn feestneus* thuis gelaten,
nou dan doe ik zo wel mee. (neus maken met je handen)
Zingen, springen, hossen doen we overal,
zingen,springen we vieren carnaval.
* feeststrik, schoenen, feestpak etc.
Ingezonden door Joyce
Wij zijn de kleuters van plezier
wij gaan met ze alle
lekker carnavalle
Wij zijn de kleuters van plezier
we drinken limonade inplaats van bier
Naar het carnaval
Antwoorden op de raadsels
Wanneer valt Carnaval dit jaar?
Suggesties? Mail ze ons!
Refrein:
Naar het carnaval in een hele
lange rij
alle dieren - alle dieren van de kinderboerderij
kijk ze dansen, hoor ze zingen - o wat
hebben ze een zin
en ze krijgen nog een feestmuts van de
boer en de boerin
1. Voetbal
2. Een spaarvarken
3. Een slakkenhuis of een klokhuis
4. Een sneeuwman
5. Je linker hand
6. Omdat ze niet kunnen praten
7. Een ezel
8. Pechvogels
9. Een ma-trijs
10. Een handschoen
11. Si-garen